Hallo en welkom terug bij de Geschiedenis van de Romeinen. Aflevering 32: Cato's Mening.


Twee weken geleden zagen we dat de Romeinen hun overheersing van Griekenland kracht bijzetten door koning Perseus van de Macedoniërs overtuigend te verslaan bij Pydna. Nadat Perseus en zijn familie in de triomftocht van Aemilius Paullus mee mochten lopen, werd Macedonië verdeeld in vier republieken. Dat zou genoeg moeten zijn.


Dat was het ook voor een aantal jaar, tot ene Andriscus op het toneel verscheen. Andriscus was waarschijnlijk afkomstig van de Westkust van het huidige Turkije, maar claimde de zoon van Perseus te zijn en stelde zich als doel de vier republieken van Macedonië te herenigen tot het koninkrijk dat het altijd was. Hiervoor probeerde hij de militaire steun van de koning van Syrië, Demetrios I, in te winnen, maar deze besloot hem aan de Romeinen over te dragen.


De Romeinen veroordeelden hem voor zijn valse identiteit en lieten hem in Italië wonen, maar ze konden niet voorkomen dat hij in 149 ontsnapte en via West-Turkije in Noord-Griekenland terecht kwam. Hij begon een leger te verzamelen met zijn verhaal over zijn koninklijke bloed. Door een aantal overwinningen in de regio wist hij voldoende stootkracht te vergaren om de Macedonische staatjes samen te voegen tot één koninkrijk met hem, Philippus VI, aan de macht.


Rome probeerde Andriscus eerst met diplomatieke middelen te laten ophouden met zijn onderneming. Toen dat op niets uitliep, stuurden de Romeinen een leger onder de praetor Publius Iuventius naar Macedonië om orde op zaken te stellen. Iuventius onderschatte de situatie echter en Andriscus doodde hem. Het leger van de praetor wist te ontkomen omdat het donker werd, maar de slag was duidelijk verloren en het gaf Andriscus extra moed om met zijn troepen verder Griekenland in te trekken.


Rome besloot er een schepje bovenop te doen en stuurde de capabele praetor Quintus Caecilius Metellus met een groter leger en een wat meer solide strategie. Andriscus moest verslagen worden. Metellus kreeg steun van de vloot van Pergamon en wist zijn vijand landinwaarts te duwen, tot bij Pydna, waar Andriscus' vermeende vader zijn val beleefde. Ook Andriscus werd verslagen door de Romeinse troepen en werd later aan het publiek getoond als één van de grote prijzen in de triomftocht van de man die zichzelf nu trots Quintus Caecilius Metellus Macedonicus mocht noemen. Macedonië werd vervolgens geannexeerd door de Romeinen en vormde daarmee de eerste provincie ten Oosten van de Adriatische Zee.


Kort na de episode met Andriscus kwam ook rumoer uit Korinthe, een belangrijke stad van de Achaeïers, aan het licht. Blijkbaar hadden de

Romeinen te lang weinig aandacht besteed aan deze confederatie en terwijl de Romeinen met de Macedoniërs bezig waren, leidden de populaire leiders Diaeus en Critolaus de Achaeïers weg van de Romeinen. Twistpunt was de grootte en de macht van de Achaeïsche Bond.


De kwestie liep uit de hand toen de Korinthiërs niet ingingen op de voorwaarden die Metellus hen stelde. Terwijl Metellus naar Rome teruggeroepen werd voor zijn triomftocht, werd in 146 de consul Lucius Mummius naar Korinthe gestuurd. Over wat Mummius deed kunnen we kort zijn. Hij versloeg eerst de troepen van Critolaus en daarna die van Diaeus in eenvoudige veldslagen. Vervolgens richtte hij zijn furie op de stad Korinthe en brandde deze tot de grond af. Er was geen ruimte meer voor vrijheid voor deze Grieken. Rome bepaalde wat er gebeurde en wie zich daar niet mee kon verenigen, kreeg met de gevolgen te maken.


Ook in Noord-Afrika ontstonden weer problemen, of beter gezegd, werd het een probleem dat er geen problemen ontstonden met Carthago. Na de Tweede Punische Oorlog hadden de Carthagers genoeg van de anti-Romeinse oorlogsfactie die aan de macht was. De bekendste exponent van die factie, Hannibal, werd verbannen en we hebben twee weken geleden gezien hoe het met hem afliep. Een pro-Romeinse groepering nam de leiding over en de rust keerde terug.


Omdat Carthago haar leger moest afschaffen, hadden ze hun handen weer vrij om te doen waar ze goed in waren: heel veel geld verdienen met handel. Aan de betaling van de herstelbetalingen voor de Romeinen zat een termijn van vijftig jaar vast en tegen het einde van die termijn lieten de Carthagers weten dat ze het hele bedrag graag in één keer wilden betalen om zo van de schuld af te zijn. Ze konden dan inmiddels makkelijk betalen. Rome weigerde dit. Rond het jaar 150 was de hele schuld uiteindelijk betaald en zag Carthago er weer min of meer uit als de rijke stad van voorheen.


Deze rijke stad had alleen geen leger en dat is handig voor vijanden. De belangrijkste vijand van de Carthagers in deze periode was Masinissa, de koning van de Numidiërs en de belangrijkste bondgenoot van de Romeinen tijdens de Tweede Punische Oorlog, inmiddels zo'n vijftig jaar geleden. Masinissa had de macht stevig in handen , ook al was hij de tachtig jaar al ruim gepasseerd. De koning maakte aanspraak op steeds grotere stukken van wat Carthaags grondgebied was. In het vredesverdrag tussen de Romeinen en de Carthagers stond namelijk dat de Carthagers al het grondgebied dat ze ooit op Masinissa en zijn voorouders hadden veroverd, terug dienden te geven.


Masinissa interpreteerde deze bepaling op de ruimst mogelijke manier. De Numidiërs waren de oorspronkelijke bewoners van de regio en vrijwel alle grond daar was ooit door de Carthagers veroverd. De enige uitzondering was het stukje grond waar Dido in aflevering 2 ooit repen koeienhuid omheen had gelegd om daar Carthago te stichten. De rest van de regio was dus van Masinissa. Nu ging de Numidische koning niet zo ver om gelijk heel Noord-Afrika op te eisen, maar hij nam wel steeds meer grondgebied in en dit leidde tot conflicten.


Om deze conflicten het hoofd te bieden, werd bemiddeling van de – altijd heel neutrale – Romeinen ingeroepen. De Romeinen stuurden dan delegaties naar Carthago om de klachten en weerlegging daarvan aan te horen en vervolgens op basis daarvan te beslissen dat Masinissa in zijn recht stond. Bij één van deze missies werd één van de helden van de Griekse ondernemingen van de afgelopen twee afleveringen, Marcus Porcius Cato met een delegatie gestuurd. De delegatie deed zijn werk, maar belangrijker was dat Cato zich kon vergapen aan de rijkdom van de stad die toch onderhand wel op zijn knieën had moeten zitten.


Cato merkte op dat Carthago weer helemaal op de been was en dit maakte hem nerveus. Bovendien was er sprake van een omwenteling in de politiek in de stad. Na alle vijandige bewegingen van de Numidiërs werd de roep om een leger sterker en sterker. Aan de Romeinen hadden ze ook niets, want die namen hun taak als beschermer van de machteloze Carthagers niet serieus. Een pro-Numidische factie werd de stad uit gegooid en eentje die vooral voor de Carthaagse belangen was, die nam de plaats in. Onder leiding van ene Hasdrubal werd na nog een aanval van Masinissa een leger op de been gebracht. Dit leger werd eenvoudig verslagen door de Numidiërs, vooral omdat Carthago 50 jaar lang niet met een zwaard had gezwaaid, maar Carthago gaf een signaal af.


Het signaal dat Cato opving was dat Carthago wel weer erg rijk en machtig begon te worden en kennelijk ook niet zoveel meer had met het vredesverdrag waarin toch duidelijk stond dat Carthago geen leger mocht hebben. Toch hadden ze een leger en wie weet zijn ze tot weer meer in staat. De vorige keer dat Carthago met een leger in Italië aankwam, volgde Cannae. Er was maar één oplossing volgens Cato en die ventileerde hij dan ook. Wanneer Cato de kans kreeg om in de senaat een toespraak te houden, gaf hij zijn mening. Het maakte niet uit of het onderwerp van discussie graanleveringen, bouwprojecten of IT-veiligheid was, Cato eindigde al zijn toespraken met “Carthago moet vernietigd worden”.


De opvatting van Cato was zeker niet zonder tegenstand. Eén van de belangrijkste tegenstanders was Publius Cornelius Scipio Nasica Corculum, een familielid van Scipio Africanus. Corculum zag een groot probleem in de verwoesting van Carthago. Niet dat het moeilijk zou worden om dan voor elkaar te krijgen, maar omdat het verdwijnen van een waardige rivaal voor hegemonie in het Middellands Zeegebied de Romeinen de laatste rem zou ontnemen wel heel erg losbandig te leven. Carthago was van vitaal belang voor de oude Romeinse deugden. Waar Cato steeds zijn wens om Carthago verwoest te zien bleef herhalen, daar sprak Corculum steeds uit dat hij van mening was dat Carthago behouden diende te worden.


De publieke opinie bleek wel duidelijk in het voordeel van de vijandige retoriek van Cato. De generatie die de dienst grotendeels uitmaakte in die tijd, die wist dat Rome van Carthago had gewonnen, maar men realiseerde zich niet dat dat kwam door training, discipline en leiderschap van generaals als Fabius Maximus en Scipio Africanus. Romeinen waren simpelweg beter en stonden altijd in hun recht. Lang verhaal kort: Cato wist de handen op elkaar te krijgen waar het om Rome's houding naar Carthago ging. Die werd vijandig en Rome stuurde delegaties om nieuwe voorwaarden voor de onderwerping te regelen in Noord-Afrika.


In Noord-Afrika was bij de Carthagers elke intentie om zich te onderwerpen aan de Romeinen als er maar geen oorlog kwam. Rome had als reactie op de vorming van het Carthaagse leger aangegeven dat ze slechts tevreden zouden zijn als de Carthagers het Romeinse volk voldoening zouden geven. Nadat de stad Utica zich had overgegeven aan de Romeinen, stuurden de Carthagers daar hun gezanten naartoe. Zij gaven zich over aan de Romeinen. Dat betekent dat al het grondgebied en alle steden Romeins werden en dan niemand meer iets bezat, behalve de Romeinen.


Carthago moest alles opgeven, ook wapens en hun schepen. Dat deden ze, net als driehonderd zonen van de senatoren van de stad ervan uitgaande dat het Romeinse volk hiermee voldoende zou hebben. Dat was alleen niet het geval. Rome had nog een eis. Carthago, de stad, diende te worden verlaten en afgebroken. Alleen tempels en begraafplaatsen zouden mogen blijven bestaan. De bevolking diende minimaal 10 mijl van de kust te gaan wonen. Dit was teveel voor de Carthagers. Net als bij Regulus in de Eerste Punische Oorlog konden de Carthagers hier niet mee akkoord gaan. In de Eerste Punische Oorlog liep dit goed af, maar waar is Xanthippus als je hem nodig hebt en waar is het leger als je net álles aan de Romeinen hebt gegeven? De Carthaagse gezanten gingen naar huis en meldden het noodlottige nieuws aan de senaat en de bevolking die zich als één man achter de keuze zette om hun stad te verdedigen.


De Romeinen hadden hun Derde Punische Oorlog. Ze stuurden een aantal verschillende generaals met hun legers, maar die bleken niet in staat de indrukwekkende verdediging van de Carthagers te breken. Ik weet niet hoe zij het voor elkaar kregen, maar ze konden de Romeinen buiten de deur houden. Blijkbaar kan Carthago in eigen land niet verslagen worden, behalve dan door een Scipio, dat was de algemene opvatting. Scipio Africanus had het truukje geflikt in de Tweede Punische Oorlog, maar hij was dood. De ogen richtten zich massaal op de zoon van Aemilius Paullus.


Aemilius Paullus had namelijk een zoon uit een eerder huwelijk. Toen zijn vrouw overleed en Paullus hertrouwde, gaf hij zijn kinderen uit het eerste huwelijk op ter adoptie, een normaal gebruik in die tijd. Eén van zijn zonen werd een Fabius Maximus, een andere werd Publius Cornelius Scipio Aemilianus. Hij vertoonde zoveel talent dat hij, toen hij zich kandidaat stelde voor de verkiezing van aedile in 148, prompt werd gekozen als consul, ook al was hij daar veel te jong voor. Speciaal voor Scipio Aemilianus werd de wet dat je minimaal 41 jaar oud moest zijn om consul te kunnen worden, een jaar lang afgeschaft. De Romeinen hadden een Scipio om Carthago mee te verslaan en dus stuurden ze hem naar Afrika om dat te gaan doen.


Het eerste dat Aemilianus deed, was dat hij de discipline terugbracht bij de troepen die in Afrika zaten zonder al teveel te presteren, net zoals zijn vader dat twee weken geleden deed. Volgens de historicus Appianus liet hij optekenen dat iedere soldaat die buiten het bereik van het geluid van een trompet ging, zou worden gezien als een deserteur en Romeinen gingen niet zachtzinnig om met deserteurs. Binnen de kortste keren had Scipio zijn troepen onder controle.


Met dit leger zou hij Carthago innemen. Een aantal pogingen de stad te bestormen mislukten en Scipio koos voor een belegering. Een haastig gebouwde vloot werd door de Romeinen verslagen, waardoor de stad echt afgesloten was van de buitenwereld. Het was wachten tot de Carthagers zich zouden overgeven omdat er niets meer te eten was, maar Scipio besloot in het voorjaar van 146 dat hij de situatie wilde beslissen.


Via een haven schoten de troepen Carthago in en richtten een ravage aan onder de bevolking. De verdedigers trokken zich na heftige gevechten terug naar de Byrsa, de citadel van de stad. Omdat deze formidabele verdedigingswerken had, moesten catapults worden ingezet, maar die konden de stad niet in omdat er geen verharde wegen waren. Scipio besloot gebouwen neer te halen en van de materialen de aanvoerwegen naar de Byrsa te bouwen. Appianus zegt dat ook de lichamen van Carthaagse soldaten in het wegdek werden verwerkt.


Vanaf de Byrsa werd toegekeken hoe Romeinse belegeringsvoertuigen onstopbaar de muren naderden. Dit was voor Hasdrubal reden om zich over te geven in ruil voor zijn leven en dat van de 50.000 Carthagers in de citadel. Van de 700.000 inwoners waren er nog 50.000 over om als slaaf meegevoerd te worden of om minimaal tien mijl van de zee een nieuw optrekje op te bouwen, want Scipio liet de stad tot de grond toe afbranden. Volgens Appianus brandde Carthago zeven hele dagen voor Scipio het genoeg vond. Aan zijn Griekse leraar en geschiedschrijver Polybius zou hij hebben gevraagd of ook zijn vaderland ooit een dergelijk lot ten deel zou vallen.


Carthago, Macedonië en de Grieken waren verslagen en in 146 smeulden de puinhopen van twee wereldsteden nog na. Rome had definitief gewonnen van Carthago en de Grieken. Een belangrijk moment in de geschiedenis van de Romeinen waar de Romeinen definitief een rijk opbouwden. Van het Westen van het huidige Turkije tot in Portugal en van de Po-Vallei tot in Noord-Afrika liepen Romeinse legioenen rond. Toch is het even gedaan met de veroveringen. De volgende aflevering gaan we terug naar Rome, want daar gebeurt het. Precies zoals Scipio Nasica al voorspelde zorgde het verdwijnen van het bindende element van een gezamenlijke vijand ervoor dat men weer vijanden dichter bij huis ging zoeken.


Ik zeg “de volgende aflevering”, omdat er over twee weken geen aflevering is. Eerst is het tijd om me nog eens te verdiepen in de turbulente periode die eraan komt. Daar gaan wat extra weken overheen. De volgende aflevering gaat over heel iets anders, namelijk over de terugkeer van de standenstrijd met Tiberius Gracchus en het begin van de crisis van de Late Romeinse Republiek.